zondag 20 maart 2011

Waarom schrijf je niets over Maurits?

Tja … ik weet het eigenlijk niet. Misschien omdat ik vind dat hij het zelf zou moeten schrijven. Dus bij deze: 'De Australische Hotellerie' door gastcolumnist Maurits.

Drie kwartier na het afgesproken tijdstip weten we het zeker; de nieuwe bar- medewerkster die nog zo enthousiast was tijdens het interview komt niet opdagen en zal ook nooit meer iets van zich laten horen: Welcome to Australia.

Hier in Canberra geen financiële crises of problemen om aan een baan te komen. Met een werkeloosheid van rond de 2% hebben werkzoekenden het voor het zeggen. Geweldig natuurlijk dat alles hier doorgaat alsof er in de rest van de wereld niets aan de hand is. Het hotel draait boven de 80% en dat is ruim 12% meer dan vorig jaar, met een kamerprijs die aanzienlijk hoger ligt dan gebudgetteerd. 
Maar wie checkt al die gasten in en maakt de kamers schoon?

Gelukkig waren de contacten met de lokale hotelscholen snel gelegd en kan ik inmiddels grotendeels vertrouwen op het enthousiasme van Australische hotello’s die inzien dat ze hier niet alleen een aardige bijverdienste hebben, maar ook nog wat extra bagage voor hun toekomst mee krijgen. Ook mijn Latijns Amerikaanse ervaring komt goed van pas: in het lokale Latino circuit werd al snel bekend dat je bij het Diamant hotel in het Spaans getraind wordt. En het hoofd huishouding, afkomstig uit Polen, verzucht regelmatig dat het een verademing is dat er hier een Europese wind is gaan waaien. 
Zo komen we er wel!

Maar de werkethiek blijft me verbazen: zo kent men hier bijvoorbeeld een opzegtermijn van twee weken, ook voor management functies. En die wordt nauwkeurig in acht genomen, geen dag extra! Kenmerkend voor Canberra als hoofdstad is dat het gros van de mensen werkzaam is bij overheidsinstanties. Vlakbij de entree van het hotel is een openbare parkeerplaats waar je maximaal twee uur mag staan. Iedere twee uur zie je een groepje overheidsmedewerkers naar beneden komen om hun auto te verplaatsen: je zou er maar tijd voor hebben.

Private sector en ook industrie ontbreken grotendeels en hoewel dat laatste heerlijk is voor de luchtkwaliteit, heeft het wel tot gevolg dat de gemiddelde werknemer aartslui is zolang het om inspanningen op werkgebied gaat. Als echte Nederlander doe ik hier veel op de fiets en als je dan halverwege de dag naar een afspraak fietst en om je heen kijkt, lijkt het wel of je de enige bent die aan het werk is. De hoeveelheid mensen die wandelt, jogt of zomaar op bankjes zit is ongekend. De baas vindt alles best zolang je maar acht uur per dag aanwezig bent. Dus men begint lekker bijtijds, neemt lang pauze om te sporten of is gewoon om een uur of drie weer vertrokken. Voor het vinden van de juiste work-life balance heeft men hier in ieder geval geen cursus nodig.

Met een dergelijke werkmentaliteit is het duidelijk dat service hier een nieuw-te-introduceren begrip is. En al heb ik het qua eigen personeel inmiddels aardig op de rit, service van leveranciers blijft ver te zoeken. Een voorval dat me bijgebleven is, was dat er op een ochtend onaangekondigd drie mannen binnen kwamen in de ontbijtruimte die zonder verdere introductie begonnen met hun nogal luide werkzaamheden. Toen ik een aantal (Australische) gasten excuses aanbood voor de geluidsoverlast was hun spontane reactie: “wees maar blij dat er überhaupt iemand komt opdagen…”

Enfin, na mijn ervaringen in Costa Rica, Ghana en Mexico ben ik natuurlijk maar wat te blij dat blijkt dat ook in Australië niets vanzelfsprekend is. Juist die uitdagingen maken dat de mogelijkheden hier met de juiste hotello-werkmentaliteit voor het oprapen liggen!