zondag 9 januari 2011

The Aboriginal Tent Embassy

"Waarom kamperen de aboriginals hier ook alweer?" vraagt Reimer op het moment dat we voorbij het oude parlementsgebouw rijden.
Als junior Aussie-in-wording heeft hij zijn zinnen momenteel op kamperen gezet dus alles op dat gebied springt hem meteen in het oog. Ik verdenk hem er eigenlijk van dat hij het vraagt in de hoop dat ook hij zijn tentje kan opslaan in The Aboriginal Tent Embassy.

Regenachtige zondagmiddagen kennen we in Canberra ook. Zelfs met 24 graden blijft regen nat, dus voor dat soort gelegenheden hebben we het Questacon, vergelijkbaar met het Evoluon in Eindhoven. Na drie weken kerstvakantie (en nog vier te gaan) is het laatste waar ik aan moet denken een drie-verdiepingen hoog gebouw dat tot de nok toe gevuld is met enthousiast rondrennende kinderen. Want dat het bij die andere gezinnen ook regent, constateren we als we de parkeerplaats oprijden. Maurits biedt aan de honneurs waar te nemen dus twee minuten later rijd ik weer langs het kampement van de aboriginals. "Uit protest", had ik Reimer op de heenweg geantwoord. En daar hebben ze alle reden toe.

Ik kan me van de Olympische Spelen in Sydney nog wel wat beelden van exotisch uitgedoste aboriginals herinneren. En ik wist van het bestaan van de
"stolen generation", maar had me er nooit echt in verdiept. Nu we hier wonen ervaar ik hoe beladen dit onderwerp is. Iedere bijeenkomst in Canberra begint met een standaard introductie waarin de Ngunnawal people, de oorspronkelijke bewoners van wat nu Australian Capital Territory (ACT) heet, bedankt worden voor het gebruik van hun land. In veel gevallen wordt dit gevolgd door een toespraak van een van deze eerste bewoners. En op dat moment voel ik altijd de spanning, een soort collectieve schaamte, bij de aanwezigen. Want vaak ziet zo iemand er heel anders uit dan de overige gasten en zelden is het goed te verstaan wat er precies gezegd wordt. En als het al te verstaan is … Enfin, een formaliteit heet dat. Daarna snel weer over tot de kern van de festiviteiten, waarbij over het algemeen nauwelijks aboriginals te vinden zijn.

Het is opvallend hoeveel aandacht er op school aan de aboriginals besteed wordt. En natuurlijk uitsluitend in positieve zin. Ik ben erg benieuwd hoe dat op latere leeftijd gaat, of de geschiedenis dan in al haar facetten behandeld wordt. Op dit moment lijkt het vooral over de vroege geschiedenis van de aboriginals te gaan, hoe men op kangoeroes jaagde, kleuren maakte uit steen en welke liedjes men zong. Inderdaad, die kennen F en R inmiddels ook, tezamen met

-natuurlijk- het Australische volkslied. De jaarlijkse NAIDOC week, waarin de geschiedenis, cultuur en verworvenheden van aboriginals centraal staan, wordt groots gevierd. Alles lijkt gericht op het creëren van respect voor hen die dit land toebehoort. Opgelegd door de overheid. En dat is precies wat ik mis bij deze vertoning, de authenticiteit. Want de boodschap wordt overgebracht door een generatie die opgegroeid is met het idee dat aboriginals dom, lui, dronken en mensonwaardig zijn.

En het gekke is, dat ik, wanneer de situatie zich voordoet, meteen de rol van non-indigenous Aussie aanneem. Die beschaamde toehoorder in het publiek dus. Vorige week was ik met de kinderen in het zwembad waar ook een groep aboriginals was. Het viel de kinderen op dat zij zich heel anders gedroegen dan de andere aanwezigen. Toen ze dat op duidelijk hoorbare toon meldden, en daarbij ook het woord aboriginal gebruikten, maande ik ze snel tot stilte.
Ze begrepen niet dat ze dit niet mochten zeggen, het was toch zo? En dat is misschien wel het meest confronterende, het was ook zo.