Het is er altijd. Soms meer op de voorgrond, vaak op de achtergrond. De wetenschap dat je Eigenlijk Heel Ver Weg bent. Van bijna iedereen die je het liefste is. En de gedachte dat er iets kan gebeuren. Wat dan?
Dit soort dingen gebeurt nooit als je het verwacht.
Ik had moeite om mijn tranen te bedwingen toen ik begin januari afscheid nam van mijn ouders die weer terug naar Nederland vlogen. Wanneer zou ik ze weer zien?
Exact twee weken later toen ik voor dag en dauw op het koude Schiphol aankwam.
Het gekke is dat je, als er iets gebeurt, eigenlijk helemaal niet zo ver weg blijkt te zijn. Sterker nog, ik was er via de telefoon praktisch live getuige van. En toch is er dan meteen het claustrofobische gevoel dat ik drie keer eerder ervaren heb. Op stage in Frankrijk, wonend in Costa Rica en tijdens een vakantie in Indonesië. De vluchten terug naar Nederland staan me in alle gevallen nog helder bij. Tijd voor Reflectie.
Bizar om uit het niets opeens 'thuis' te zijn. Geen voorpret, aftellen, zorgvuldig inpakken, cadeautjes, afspraken, feestjes en Nederlandse-boodschappen-lijstjes. Gewoon zijn.
Wat is het vertrouwd en vreemd tegelijk. Autorijden durf ik de eerste paar dagen niet aan en bij het oversteken kijk ik voor de zekerheid maar gewoon alle kanten op. Kan ik nog gewoon een los kaartje kopen in de bus? En de tram, stopt die eigenlijk voor een zebrapad?
Acht dagen later ben ik weer thuis. Het andere thuis. Alsof er niets gebeurd is. Maar er is wel iets gebeurd en het leven voelt minder licht dan toen ik mijn vorige stukje schreef.