Vandaag is het exact twee jaar geleden dat we in Australië aankwamen. Als ik nu de foto's zie van de kinderen in die eerste dagen realiseer ik me hoe jong ze waren. Terwijl ik het op dat moment heel anders zag: vijf en zeven, nog net op tijd om zo'n avontuur aan te gaan.
Reimer liet zich onlangs ontvallen dat hij eigenlijk liever in Australië woont dan in België. Het viel me op dat hij het een beetje verontschuldigend bracht. Toen ik hem vroeg waarom gaf hij me het antwoord dat ik van hem verwachtte: je kunt hier zoveel sporten.
Inderdaad, sport is hier enorm toegankelijk. Ook op school wordt er veel aandacht aan besteed en ieder semester is er wel een groot sportevenement waarbij het niet alleen om het spel, maar beslist ook om de knikkers gaat.
Naast voetbal speelt Reimer cricket, footy (Australische rugby) en tennis. Hij zeilt, skiet, schaatst en zwemt. Moeiteloos fietst hij 20 kilometer rond het meer en staat er bij thuiskomst op nog even een paar laps around the oval te rennen, 1 km per stuk. Mijn rol is die van time keeper. De standen worden bijgehouden in een speciaal daarvoor bestemd record book. En ondertussen verheugt hij zich op zijn eerste 'officiële' loop: de Canberra Fun Run in september. Vijf kilometer: easy!
Vandaag hadden F en R hun eerste golfles. Ook weer zoiets. Stond niet op mijn lijstje maar dagelijks passeren we het Canberra International Golf Centre dat naast de school ligt dus het was een kwestie van tijd. Na vijf keer balletjes geslagen te hebben bedacht ik dat het dan maar beter zou zijn als ze het dan ook behoorlijk zouden leren. Zeven en negen zijn ze: dat betekent een voorsprong van meer dan twintig jaar!
Het is niet alleen de sport. Het is het gemak waarmee ik naar mijn werk fiets (en Maurits terug), de parkeerplaatsen die je hier altijd vindt. De prachtige natuurparken waar we wandelen, zwemmen, kamperen en barbecuen. De uitnodigingen voor concerten, modeshows, tentoonstellingen en cocktails op de ambassades.
De weekendjes naar het strand, naar de sneeuw of naar Sydney.
Vorige week sprak ik iemand die tegelijk met ons in Canberra aangekomen was. Ze vertelde me dat hun twee jaar er op zaten en dat ze volgende maand terug naar Duitsland zouden vliegen. Ik moet er niet aan denken. Het eerste jaar is doodvermoeiend, in het tweede jaar realiseer je je dat je weer in je comfort zone zit: dan heb je toch minimaal dat derde jaar verdiend om daarvan te genieten.
"Klinkt veel te leuk. Je komt toch wel terug?" Via WhatsApp deel ik high en low lights met zusje F in Utrecht. Inclusief beeldmateriaal.
En ik kan me haar reactie voorstellen: vanuit een herfstachtige zomer in NL vraag je je af waarom wij daarvoor zouden kiezen.
Tja. Omdat je ondanks alles toch iets mist. Iets dat R als jongste waarschijnlijk als minste mist, maar F al een stuk meer. Thuis.
Tja. Omdat je ondanks alles toch iets mist. Iets dat R als jongste waarschijnlijk als minste mist, maar F al een stuk meer. Thuis.